|
Van DAPPERE DODO tot TOM POES Mijn site begint met een foto van Dodo. Het is de hoes van een singletje waarop de openingstune te horen is van deze befaamde Nederlandse marionetten-serie, genoemd naar onze held: DAPPERE DODO. Het poppentheater van Bert Brugman bracht deze serie vanaf donderdag 3 februari 1955, uiteraard live, en duurde 10 minuten. Het was nog geen reisavontuur, maar een verjaardagsfeestje. Zo weten we dat Dappere Dodo jarig is op 3 februari. Of Bert Brugman zich dat een jaar later herinnerde? Jazeker, want de uitzending van woensdag 1 februari 1956 - de kinderuitzendingen waren vanaf 1 april 1955 op veler verzoek verplaatst naar de schoolvrije woensdagmiddagen - heette: Dodo is jarig ! Het was niet Bert Brugman's eerste kennismaking met de Nederlandse televisie, want al 9 oktober 1951 (een week na de eerste TV-uitzending in Nederland) was bij de VARA het televisie poppenspel "Twee cameraatjes" te zien, geschreven door Willy van Hemert. De stemmen waren toen nog van acteurs en actrices. Maar toen jaren later DAPPERE DODO begon bij de KRO waren de stemmen en verhalen van de familie Brugman. Dodo had een vriendje Kees en samen beleefden ze allerlei avonturen. Andere figuren die bijna altijd meededen waren de kapitein, mej. Vulpen en Opa Buiswater. Op zaterdag 24 november 1956 - de zaterdagmiddag was er inmiddels voor de jeugd bijgekomen - vond waarschijnlijk het eerste TV-huwelijk plaats in een Nederlandse serie: juffr. Vulpen en de kapitein trouwden. DODO had erg veel succes. Het vlaggetjes incident is een stuk bekende televisiegeschiedenis geworden. De impact die televisie maakte, werd in die dagen kennelijk onderschat en dat bleek toen KRO omroepster Hannie Lips ("tante Hannie") in oktober 1955 een speciaal fietsvlaggetje beloofde aan iedereen die de KRO een brief stuurde - en dat hebben ze geweten ook bij de KRO: 15.000 vlaggetjes gingen de KRO-deur uit. Nog niet echt "merchandising", maar het was duidelijk dat dat er ooit aan ging komen. De marionetten van Feike Boschma en Ans Wierda
waren tussen 20 oktober 1956 en 1 juni 1957 te zien bij de NCRV in een 9-delige
serie: PLUIM DE EEKHOORN. De stemmen waren van Piet Ekel. Joekie werd op maandag (het was zeker nog vakantie?) 7 september 1959 opgevolgd door COCO EN DE VLIEGENDE KNORREPOT. Ook in deze serie waren de poppen te zien van Feike Boschma en Ans Wierda en ook Piet Ekel deed nog steeds de stemmen. En ook was er weer een stripverhaal in de NCRV-gids van Coco. Maar de verhalen werden dit keer geschreven door Jaap Molenaar. Coco heette overigens voluit Cobus Cornelis Palet en de vliegende knorrepot was een varkentje, dat - inderdaad - vloog ! In werkelijkheid vloog het varkentje aan draadjes, maar voor de kinderen was de verklaring dat de knorrepot van de tovenaar Frido was geweest die het varkentje aan Papa Palet (Papapa) had gegeven in ruil voor een mooi schilderij dat hij had gemaakt. De serie liep vrij lang en gedurende die tijd moest Feike Boschma het met verschillende partners doen, want Ans Wierda werd in 1961 vervangen door Peter Struycken en in 1962 deed Henk de Groot mee. De serie eindigde in 1963, na 40 afleveringen. Een maand nadat de NCRV met het aapje Joekie begon, was er bij de VARA ook een poppenserie begonnen: IJSCO DE IJSBEER. Via VARA omroepster Karin Kraaykamp maakte poppenspeler Frank Kooman kennis met de televisie. Frank Kooman was een talent die niet alleen zelf de verhaaltjes maakte, maar ook de muziek componeerde voor de serie en alle stemmen sprak. De poppen werden bespeeld door Frank zelf, Trude van den Berg, Lout Brosius en Els van Heijenoort. IJSCO DE IJSBEER begon z'n avonturen op zaterdagmiddag 12 oktober 1957, was elke maand te zien en liep met de gebruikelijke vakantie-onderbrekingen tot 27 april 1959. Naast IJsco zelf waren allerlei andere figuren te zien, zoals de muizen Tips en Tops, Li-Sen de chinees, Hannes de olifant en anderen. Het waren ca. 18 afleveringen. Maar hoewel IJsco niet meer op televisie is te zien, kunt u hem nog steeds tegenkomen in Den Haag, waar het poppentheater van Frank Kooman zich al meer dan veertig jaar bevindt. Frank Kooman is in de zeventig jaar en ook zijn zoons Arjan en Joost spelen met poppen. Hoewel er uiteraard geen opnames bestaan van de serie bij de VARA, want alles ging Live in die tijd, is IJsco nog steeds de zien en te horen. Het poppentheater heeft zelf een CD uitgebracht met allerlei liedjes uit poppenvoorstellingen en daarvan staan er drie liedjes op uit de serie IJSCO DE IJSBEER. Ook is er een boekje te krijgen met werkfoto's van de televisieserie. En dan was er nog de AVRO, die in 1955 met PIETJE
PEENHAAR kwam. Wanneer de eerste aflevering was, weet ik niet precies, maar
wellicht was dat 27 juli 1955. Ook was het geen lange serie. Meer dan 5
afleveringen heb ik niet kunnen tellen. Voor volwassenen waren er ook wel eens poppenspelen
in de beginjaren van de televisie, zo speelde Bert Brugman het eerder genoemde
spel van Willy van Hemert, "Twee Cameraatjes" en op 4 maart 1952 bij
de KRO "Het oude lied", een Biedermeyer zangspel met muziek van Mozart
en de stemmen van Frieda en Bert Brugman zelf.
Vanaf woensdag 7 september 1960 waagt Bert Brugman's theater (weer KRO) zich aan een bekend stripfiguur: Marten Toonder's "TOM POES en het Echoputje". Deze serie telde 8 delen, maar werd het volgende seizoen gevolgd door "TOM POES en de Schatkaart van Opa Bastiaan". Bij deze tweede serie werd vermeld in de gids dat de poppen werden bespeeld door Bert Brugman, zijn 4 zoons: Joost, Thomas, Jaap en Vincent en door Karin Witteveen. De tekst was van Marten Toonder en Lo de Hartogh Banda. De tweede serie telde 10 delen en werd van 6 september 1961 tot 13 juni 1962 uitgezonden.
|