Een
Up TVseries Een Twee

 

Televisieseries met een religieus thema komen eigenlijk alleen maar uit het buitenland. Daarop zijn echter twee uitzonderingen: WERKEN OP ZONDAG en DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND. Daarom begin ik met deze twee series.

WERKEN OP ZONDAG was er eerst. Het waren de belevenissen van een jong dominee-gezin, en dat waren dominee Victor van Schagen en zijn vrouw Carla. Cor van den Brink en Marjan Berk speelden de hoofdrollen in deze serie van Lowik Eykman, die werd uitgezonden, op zondag, door CVK-IKOR. Als dat u niets zegt: CVK heet voluit Convent van Kerken en de IKOR staat voor het InterKerkelijk Overleg Radio-aangelegenheden. In 1976 bundelden deze instanties hun krachten en dat werd de IKON, de InterKerkelijk Omroep Nederland. Maar de serie werd uitgezonden in 1971 en toen was het nog CVK en IKOR. WERKEN OP ZONDAG bestond in totaal uit 8 delen, waarvan er elke maand twee werden uitgezonden. De muziek was van Harry Bannink.

Er is lang nagedacht voordat de IKOR deze stap waagde - goed, ze zonden interessante documentaires en discussieprogramma's uit, maar aan een dramaserie hadden ze zich nog niet gewaagd. Volgens 'Studio', de KRO programmagids, no.6 van 1971 was ruim 4 jaar nagedacht over een serie waarbij voorop stond dat de titelheld in elk geval géén dominee moest zijn, maar dat werd het dus wel. Later zou de IKON nog wel vaker series uitzenden, zoals het opmerkelijke KON HESI BAKA uit 1978 van Henk Barnard en DE POMP, geschreven door Marjan Berk , die in WERKEN OP ZONDAG de vrouw van dominee van Schagen speelt. Marjan Berk schreef later meer tvseries.

portret van Jacobus Hubertus Schreurs uit de jaren 50.

Maandag 16 januari 1978  om 20,25 uur op Nederland 2 was de eerste aflevering te zien van de KRO-serie DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND, naar het boek "Kroniek eener Parochie"  van schrijver, dichter, priester Jacques Schreurs MSC, die leefde tussen 1893 en 1966. Hij heeft de bewerking van zijn boek als tv-serie dus niet meegemaakt. Schreurs is niet zo'n bekende naam in ons land, maar niettemin heeft hij veel geschreven, waaronder 31 toneelstukken (passiespelen), 6 romans, 4 biografieën (o.a. Clara van Assisië), 12 gedichtenbundels en 2 reisboeken. Jacobus Hubertus Schreurs, missionaris van 't Heilig Hart, was aalmoezenier van de "kompels" (Limburgse mijnwerkers). Hij woonde in het klooster van Stein, vlak bij Geleen, waar de grootste steenkoolmijn van Europa, de Maurits Mijn, tussen 1914 en 1926 ontstond. In Stein vindt u ook het graf van Jacques Schreurs.

Een van de romans was dus "Kroniek eener parochie" een driedelig boek dat hij tussen 1941 en 1948 schreef over zijn eigen ervaringen als kapelaan in de mijnstreek van Limburg. Het eerste deel ervan is het boek dat Willy van Hemert gebruikte als uitgangspunt voor zijn aanvankelijk 8-delige TV-serie. Veel is authentiek, maar van Hemert heeft er toch een heel eigen interpretatie aan gegeven. De meest opvallende toevoeging is wel de engelbewaarder van hoofpersoon kapelaan Erik Odekerke, die fungeert als zijn geweten, maar met wie hij ook praat. Jo de Meyere, de Vlaamse acteur die Erik Odekerke speelt. zegt in de KRO-gids daarover: 
"Ik lig voortdurend met mijn engelbewaarder overhoop. Een vergelijking maken met de gesprekken die Don Camillo voert met de Here Jezus aan het kruis in de kerk zal Willy van Hemert niet leuk vinden, maar het is wel zoiets. Ik voer voortdurend lange gesprekken met mijn engelbewaarder".

Jo de Meyere was niet de eerste keuze voor die rol. Een andere Vlaamse acteur was voor de rol uitgekozen, maar op weg naar Nederland in de trein kreeg hij een angstpsychose door het vooruitzicht van 8 televisie-afleveringen. Hij heeft afgebeld en is naar huis gegaan. Toevallig had een andere acteur foto's bij zich van de Vlaamse TV-serie WIJ, HEREN VAN ZICHEM, waarin Jo de Meyere de rol speelt van Herman Coene. Willy zag de foto en wees hem aan als de kapelaan. Een goede keuze, bleek. Het was niet de eerste Nederlandse serie waarin Jo de Meyere speelde, dat was EEN MENS VAN GOEDE WIL, maar daarin had hij een kleine bijrol. In DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND kreeg hij de hoofdrol, naast grote namen uit de Nederlandse toneelwereld.

Zijn eerste optreden voor de opnames van de serie zijn opmerkelijk. Nog voor hij kennis had gemaakt met de andere acteurs en zonder repetitie vooraf, moest Jo een preek houden in een Limburgse kerk. Hij zegt daarover: 
"Ik kom de eerste dag op die preekstoel, ik kijk in die kerk, en op de eerste rij zie ik al die koppen die ik alléén van tv kende. De grote kop van Ko van Dijk, de sprekende koppen van Guus Hermus, Jan Teulings en Joop Doderer" ... "Die mannen keken allemaal van de eerste rij naar mij op. Allemaal zaten ze te wachten op een preek van een jongen die ze niet kenden. Dat was voor mij toch wel een vreemde gewaarwording. Het is het zwaarste moment geweest van die vijf maanden, die ik in Nederland aan de opnamen van de serie heb meegewerkt".
Uiteraard gaat het hier nog om de eerste serie van 8 delen, want toen wist niemand nog dat het een vervolg zou krijgen van nog eens 8 delen.

Willy van Hemert had als leerling van het Bonifacius Lyceum in Utrecht al kennis gemaakt met Jacques Schreurs M.S.C. Als Wim van Hemert speelde hij de rol van Charles Lindbergh in het spel "Omnis Terra" van Schreurs. In de inleiding van Willy's "Tweede Dagboek van een Herdershond" noemt Willy het een "religieus-symbolisch stuk" 
Toen de KRO aan Willy vroeg om een 8-delige dramaserie te schrijven met een katholieke signatuur, kwam hij na lang zoeken de trilogie "Kroniek eener parochie" tegen - toevallig ook nog beginnend met de letters k r o - en bewerkte het eerste boek daarvan.

Het decor voor de TV-serie DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND was Limburg. De buitenopnames werden in het plaatsje Eijsden gemaakt, waarvan de bevolking meefigureerde in de tvserie. In 2002 vierden de inwoners van Eijsden nog dat het 25 jaar geleden was dat de opnames daar plaatsvonden. RKK maakte er een reportage over. Dat Eijsden ook 25 jaar eerder blij was, moge blijken uit het feit dat Willy van Hemert tijdens de feestelijke zitting van de carnavalsvereniging "De Klèèflep" in 1978 werd benoemd tot "Ridder in de Orde van de Gôwe Cramignon". De bekleding met de ridderemblemen werd verricht door zijn collega-ridders Chriet Titulaer (ridder 1977) en Pierre van Ostade (ridder 1976).

Terug naar de TV-serie. Het verhaal begint in 1914, in een parochie in Zuid-Limburg. Daar vinden allerlei veranderingen plaats, mede door de opkomende mijnbouw. De mijn Maurits is in aanbouw. Bij de eerste aflevering op maandag 16 januari 1978, staat in de gids vermeld:

Dagboek van een herdershond
Het is april 1914. De jonge kapelaan Erik Odekerke is op weg naar zijn nieuwe parochie, het Limburgse landbouwdorpje Geleen. Hij is jong, onervaren, verschrikkelijk onhandig, maar bezield van de beste bedoelingen. Op zijn met bagage volgesjorde fiets rijdt hij de heuvel af, ziet in de verte het dorp liggen, krijgt een lekke band, slipt en valt.
"Verdomme", zegt hij en krijgt ogenblikkelijk een schrobbering van zijn engelbewaarder.
Kapelaan Odekerke zal in deze achtdelige serie nog vaak vallen en, soms met bovenmenselijke inspanning, weer overeind krabbelen.
Zijn pastoor is een konservatieve, Frans georiënteerde aristokraat die vindt dat de herder zich uitsluitend op geestelijk gebied met de kudde moet bemoeien en de maatschappelijke kant moet overlaten aan zijn kapelaan, de herdershond.   Erik Oderkerke krijgt al meteen te maken met alle tegenstellingen in deze gemeenschap. Met de schatrijke boer Nicolaas Bonte, diens vrouw en zeven zonen, met bierbrouwer Van der Schoor en zijn dochter Miete, maar ook met de schrijnende armoede en werkeloosheid. 

Jo de Meyere in de rol van Erik Odekerke

Onwennig en verlegen tast hij rond in deze bekende omgeving, heeft kleine ruzietjes met zijn engelbewaarder, die hem op de meest ongelegen momenten spottend berispt, begint zijn ervaringen in een dagboek neer te schrijven en vindt ondanks alle kleine ongelukjes en teleurstellingen een vriend voor het leven in een onbehouwen, vrolijke kapelaan uit een naburig dorp

Andere gidsteksten van deze serie heb ik op verzameld op een aparte pagina.

Een daverend succes was de serie. Het werd nagesynchroniseerd voor de Duitse TV en in Finland werd het ondertiteld. In een Zuid-Amerikaans land werd de serie met een paginagrote advertentie aangekondigd. Het was duidelijk: er moest een vervolg komen.

Willy pakte het tweede deel van de trilogie ter hand, en daar bleek kapelaan Odekerke al gauw te overlijden - Jacques Schreurs had dus niet zichzelf als Odekerke in gedachten gehad toen hij zijn trilogie schreef. In het tweede deel werd Nicolaas Bonte een aggresieve dronkaard, vrouw Bonte overleed ook en Miete ging het klooster in. Willy ging ermee aan het werk, maar liet uiteraard onze kapelaan in leven en vrouw Bonte ook.

Jo de Meyere & Ko van Dijk

Maar het verhaal kreeg een andere wending toen het bericht binnenkwam dat Ko van Dijk, die Nicolaas Bonte speelde, plotseling was overleden. Willy van Hemert had al twee delen op papier en vroeg zich af of hij opnieuw moest beginnen. Dat deed hij  en was daarmee gedwongen totaal af te wijken van het oorspronkelijke verhaal. Willy schrijft hierover in de inleiding van zijn "Tweede Dagboek van een Herdershond" het volgende: "Ik heb Nicolaas Bonte, zoals dat heet, eruit geschreven. Ko was immers onvervangbaar. Wel blijft de figuur van Bonte het verhaal op de achtergrond beïnvloeden en veel scènes zijn bedoeld als een hommage aan de onvergetelijke Ko van Dijk".
De dood van Ko van Dijk werd in de serie de dood van Nicolaas Bonte. De preek die voor Bonte werd gehouden was ook een hommage aan de acteur die hem speelde.

Na de bevolking van Eijsden weer te hebben vereerd met een bezoek van een aantal maanden, werd op 27-november-1979 een compilatie uitgezonden waarin "gebladerd" werd in het Dagboek van een Herdershond. Op dinsdag 4 december 1979 startte de tweede 8-delige serie. De gidsgegevens bij het 9e deel:

Dagboek van een herdershond

               Kapelaan Erik Odekerke en pastoor Paulus Lumens.          
We schrijven 1919, als deel 9 van "Dagboek van een herdershond" begint, het eerste deel van de nieuwe serie die Willy van Hemert schreef. Over het kleine Limburgse mijndorp waar Erik Odekerke kapelaan is, valt wel een en ander aan nieuws te melden. Na de fatale boerderijbrand gaat boer Bonte een winkel in comestibles beginnen. Terwijl de laatste hand aan de inrichting wordt gelegd, dient zich een nieuwe figuur aan: Klaasje Weenink, een onbekommerd meisje aan wiens wilde ideeën  het dorp bepaald niet gewend is.
Intussen wordt geprobeerd een Rooms Katholieke Mijnwerkersbond  

van de grond te krijgen, als tegenwicht tegen de socialisten.
En klompenmaker Goswinus Slangen is bij de gemeentereiniging gaan werken en verzamelt van alles en nog wat voor "zijn museum".
Miete, die met mijningenieur Den Hertog getrouwd is, verwacht haar eerste kind, maar vraagt zich tegelijk af wat er aan de hand is met haar man en zijn sekretaresse Tineke de Waal.
Aan het slot van deze aflevering gaan kapelaan Odekerke en de tot pastoor gepromoveerde Paulus Lumens op bezoek bij vrouw Bonte. En daar worden ze gekonfronteerd met een vreselijke gebeurtenis.

De uitzending waren weer wekelijks op de dinsdagen, om half negen. Diverse nieuwe karakters dienden zich aan. Eén daarvan was Klaasje Weenink, gespeeld door Renée Soutendijk. Het was haar debuut op de televisie, maar een jaar eerder speelde zij al in de verfilming van Vestdijk's "Pastorale '43".  In 1979 volgt "Een vrouw als Eva" en in 1980 "Spetters". Haar tweede televisieserie kwam in 1981 met een rol in ZEG 'NS AAA.
Een aardig grapje is de toevoeging aan de cast van Stefan, een èchte herdershond. De hond werd vermeld in de rolverdeling, maar niet zijn trainer, Jack Kamminga. Deze reisde met z'n hond tientallen malen van Delfzijl naar Eijsden voor de opnames. Hij moest er ook voor zorgen dat tijdens de opnames de hond niet hem, maar kapelaan Odekerke beschouwde als zijn baas.

Op 29 januari 1980 werd het laatste deel van DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND uitgezonden. Afscheid van kapelaan Odekerke, die benoemd wordt tot aalmoezenier van Sociale Werken in Roermond en als kapelaan wordt opgevolgd door Peter Bonte, die tot priester is gewijd.

Een bizondere gebeurtenis laat van Hemert in deze laatste aflevering plaatsvinden: de start van de radio-uitzendingen van de Katholieke Radio Omroep. Meer hierover vind je door op het plaatje hiernaast te klikken.

De serie eindigt zoals die begon: na een afscheidspreek in een stampvolle kerk, vertrekt Erik Odekerke zoals hij gekomen is ... op de fiets.

Nog voor de tweede serie van DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND werd uitgezonden begon in 1979 de Engelse tvserie BLESS ME, FATHER, eveneens uitgezonden door de KRO onder de titel ALLE ZEGEN KOMT VAN BOVEN. Met deze comedy begint het volgende hoofdstuk.