TV in NL 3 (relame)
Up

 

Hoewel het bedrijfsleven bleef aandringen op reclame op de TV, hield de Publieke Omroep, gesteund door de regering, vol dat dat niet wenselijk was. Het bedrijfsleven zou uiteindelijk commerciële TV afdwingen met TV-Noordzee, de piraten TV-zender voor de kust van Nederland. De zender werd door het leger aangevallen en verwijderd.
Maar reclame zou er komen !!!

(Vele gegevens ontleend aan een artikel van Frans van Lier in de Televizier van 25-februari-1961 en de Radio-Encyclopedie uit 1956)

Lange tijd is "commercie" een vies woord geweest bij de Nederlandse omroep. 
En dat is eigenlijk niet geheel terecht. Want hoewel de Regering besloot om bij Lopik
een TV-zendmast te bouwen, werd de zendinstallatie gratis ter beschikking gesteld door Philips. Ook de eerste TV-studio in Bussum werd door N.V. Philips ter beschikking gesteld. Maar natuurlijk had het bedrijfsleven er baat bij: de verkoop van televisie-toestellen bijvoorbeeld. Over de hele wereld (vooral Amerika en Engeland) nam het aantal toestellen razendsnel toe. De NCRV-gids meldde dat er op 1-januari-1950 al 3.950.000 toestellen in gebruik waren (wereldwijd) en dat op 1-juni-1950 dat er al 5.992.179 waren.

Televisie moest uiteindelijk gefinancierd worden uit de kijkgelden, hoewel de eerste twee jaar (1951-1953) beschouwd werd als een proefperiode en er dus ook geen kijkgeld werd geheven. Maar ook toen was de discussie er over Commerciële TV.
De NCRV had al in 1950 de heer Hoek met de Nieuw-Amsterdam naar Amerika gestuurd, om de toestand daar te bestuderen. En misschien daarom was het de NCRV die al op vrijdag 22-augustus-1952 een thematische uitzending had over commercie en televisie.
------------------------------------------------------------------------------------
| "SPONSORED PROGRAM". 
| Een uitzending naar Amerikaans model, aangeboden door onbekende en fictieve
| adverteerders. Naar aanleiding van dit programma van Surinaamse muziek en
| voordracht, zullen voor- en tegenstanders van commerciële televisie de degens
| met elkaar kruisen.
------------------------------------------------------------------------------------

In die beginjaren van de televisie in Nederland bouwde men regelmatig pauzes in, net zoals dat in de bioscoop gebruikelijk was. Het gaf de kijker de gelegenheid tot het plegen van een plas en het zetten van een kop koffie. Maar er verschenen in die pauzes géén reclame-dia's op het scherm, zoals in de bioscoop. Dus deden een zestal Nederlandse firma's op publiciteits-gebied in oktober 1953 de regering het aanbod om voor fl.100.000 per jaar elke dag 10 minuten van die TV-pauzes op te vullen met reclame. Op dit aanbod werd nooit gereageerd.
De regering had het te druk met de televisienota, die een maand later verscheen.
Daarin werd wel opgemerkt dat "een mogelijke bron van inkomsten".."de uitzending van reclame" was. Maar er werd aan toegevoegd: "..al is zij [de regering] allerminst blind voor de hieraan verbonden bezwaren".
Een jaar later kwam minister Cals erop terug met de hoop "dat een code zou worden gevonden voor een acceptabele combinatie van reclame met de TV-programma's".

18-Mei-1955. In Rotterdam begon een tentoonstelling, de E 55, georganiseerd door het Nederlandse bedrijfsleven. De tentoonstelling zou tot 3 September duren.
Als speciale attraktie kon men daar voor het eerst kennismaken met reclame-TV. Daartoe werd de Stichting Televisie 55 in het leven geroepen. Die TV-55 had succes en bracht 700.000 gulden op. Dagelijks werden 12 programma's van 10 minuten uitgezonden, waarin één minuut reclame werd gemaakt. Bovendien waren de programma's gesponsord. 7800 gulden betaalde de sponsor voor zo'n 10 minuten durend programma dat een maand liep. Iedere maand kwamen er weer 12 nieuwe programma's en de hele manifestatie duurde 3½ maand.

Al die programma's werden gemaakt door TV-pionier Erik K. de Vries, Jan Veldman en omroepster Mies Bouwman. Een van de grote trekkers was de Familie Doorsnee, die na 3 radio-jaren, dankzij TV-fabrikant ERRES, nu op televisie te zien waren - althans voor de mensen die de tentoonstelling E-55 bezochten.
Er waren op het tentoonstellingsterrein vele televisie-ontvangers opgesteld, waardoor bezoekers de kans kregen de uitzendingen te volgen. De direkte uitzendingen vonden plaats in een niuwe studio op het tentoonstellings-terrein, waar enige honderden toeschouwers in konden. Maar ook TV-bezitters in Rotterdam en omgeving konden de uitzendingen ontvangen.
Een NIPO-onderzoek stelde vast dat 60 procent van die bezoekers met plezier hadden gekeken. Slechts 10 procent was tegen commerciële TV. TV-55 werd het startsein om serieus te pogen om commerciële TV er door te krijgen in Nederland. Bovendien werd men hier gesteund door het feit dat in 1955 in Engeland ITV, de eerste Engelse commerciële zender, van start was gegaan.

Op initiatief van de Haagse firma Schreiner-Hafkemeyer verenigde 30 bedrijven zich in de Onafhankelijke Nederlandse TeleVisie, de ONTV, die zich in juli 1955 tot de minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen richtte met het verzoek voor een zendconcessie.
Op 10 januari 1956 diende de Televisie Exploitatie Maatschappij, de TEM, een aanvraag in om 16 uur televisie per week met reclame te mogen uitzenden. In de TEM waren 18 grote bedrijven verenigd.

Terwijl de Hilversumse omroepen, met uitzondering van de VPRO, zich steeds negatiever opstelden ten aanzien van Commerciële TV (waren ze bang voor de concurrentie ?), bleek uit een landelijk onderzoek van het NIPO in Augustus 1956, dat 83 % zich vóór een tweede onafhankelijke TV-net met reclame had uitgesproken.
Het was de VARA die in 1957 de stok in het hoenderhok gooide door met een lijvig rapport op de proppen te komen waarin zij zich fel tegen de commercie uitsprak.
"De televisie is een instelling van openbaar nut en behoort dan ook gehanteerd worden door instanties met louter culturele doelstellingen; financieel-economische overwegingen dienen geheel hierbuiten te vallen.", meende de VARA onder andere.
Overigens in datzelfde rapport stond een punt waarin 'geld' wèl als argument werd gehanteerd. Het gaat hierbij om reclame binnen de programma's van de (zoals ze zichzelf zag:) culturele omroepen: "Voor deze vorm zullen de adverteerders waarschijnlijk maar lage bedragen over hebben, zodat tegenover het gevaar van ongewenste programmabeïnvloeding te weinig extra inkomsten zouden staan."
Verder stond er een argument in, dat het heel lang heeft uitgehouden: "Reclame brengt een onafhankelijk programma in gevaar". Ook vond de VARA: "bij een gestadig toeneming van het aantal toestellen, zal de televisie zich geheel uit de kijkgelden kunnen bedruipen: reclames zijn dan niet meer nodig".
Ook sprak uit dit rapport weer eens de "arrogantie van Hilversum": "Er heerst een groot gebrek aan creatief televisietalent; hoeveel dunner zal deze spoeling nog worden wanneer een tweede maatschappij de programma's op het eerste net gaat doubleren ?"
(En dan gaat het weer over een tweede Commerciële zender erbij)
De VARA gaf daarmee kennelijk aan, dat het volgens hen niet beter kon. Het zal duidelijk zijn dat deze VARA-ideeën het begin waren van een felle discussie op alle fronten. Vooral in de kranten werd de discussie gevoerd. 

De 29 bedrijven van ONTV en de TEM sloten zich op 20-september-1957 aan tot de OTEM en daaronder bevonden zich ook Het Algemeen Handelsblad, Nieuwe Rotterdamse Courant, Het Parool, De Volkskrant en de Telegraaf. Deze kranten werden zelfs OTEM-bladen genoemd, waartegen deze kranten natuurlijk in verzet kwamen. De aanwezigheid van Nederlandse Bioscoopbond, Cineac N.V. en N.V. Filmfabriek Profilti doet ook niet direkt vermoeden dat commercie op TV een slechte zaak zou zijn. Eigenlijk waren de omroepen alleen maar bang voor concurrentie - waarschijnlijk omdat ze zèlf niet genoeg talent in huis hadden en grote kleinkunstenaars als Toon Hermans, Wim Kan en Wim Sonneveld (aanvankelijk) niet konden betalen.

De discussie over wèl of géén commerciële TV zou jaren duren, waarin een nieuwe regering zijn intrede deed. In juni 1959 verklaarde het kabinet De Quay zich principieel vóór commerciële TV en liet staats-secretaris Mr. Y. Scholten een nieuw radio- en televisie plan opzetten. Dit vierjaren plan omhelsde een uitbreiding van zendtijd, verhoging van kijkgeld enzovoort, maar reclametelevisie werd hierbij buiten beschouwing gelaten.
Dat betekende niet dat reclame-TV van de baan was, maar wèl dat reclame binnen het bestel van de baan was. Invoering van Commerciële TV zou dan een extra zender en extra zendtijd betekenen. Die extra zender zou er ook komen, maar ..... zonder reclame.

En toen werd het bedrijfsleven stout: men besloot reclame-TV af te dwingen. Men besloot, analoog aan Radio Veronica, een piratenzender te bouwen en die voor de kust van Nederland te laten uitzenden. De R.E.M. (Reclame Exploitatie Maatschappij) ging aan de slag. De regering zag het probleem naar zich toe komen en besloot dat via een wet onmogelijk te maken. Op 26-februari-1964 werd de zogenaamde anti-REM wet aangekondigd door minister Scholten. Maar de politiek werkt langzaam.

Het ging niet alleen om TV, maar ook om radio en al op 30-juli begint Radio Noordzee.
Op een boortoren voor de kust van Nederland gaat het installeren van de TV-zender gestadig door. Het booreiland zou voortaan REM-eiland genoemd worden. En je had een REM-antenne nodig om de nieuwe commerciële zender, TV-Noordzee te ontvangen. Op zaterdag 15 augustus was de eerste uitzending, te ontvangen op kanaal 11.

Spreekbuis voor de zender was het onafhankelijke TV-programmablad TELEVIZIER.
Dit blad drukte dus ook de programma's af van TV-Noordzee; in ieder geval de NCRV-gids zweeg de zender dood. Televizier was al in 1962 begonnen met actie Open Bestel, met als doel: een onafhankelijk Nederlandse zender, gefinancierd met reclamegelden.

Marianne Bierenbroodspot en Hetty Bennink waren de omroepsters die ons vele aantrekkelijke programma's voorschotelden. THE SAINT, WAGON TRAIN, SUPERCAR, THE INVISIBLE MAN, MR. ED. enz. enz. Niet alleen was het aantal series verdubbeld, maar elke serie was ook nog wekelijks te zien. Logisch dat mensen speciale REM-antennes op hun balkon plaatsten en voortaan naar de series van het REM-eiland keken (het onderwerp van de aflevering "De Rem" van TOEN WAS GELUK NOG HEEL GEWOON op 21-februari-2000). En het waren niet alleen series, maar ik kan me herinneren dat ik dol was op de avonturenfilms die TV-Noordzee uitzond, weliswaar B-films, maar voor een 15-jarige leuk om naar te kijken.
Maar de Nederlandse regering - nog steeds beschermheer van de omroepzuilen - greep in. Terwijl aan de eerste Radio-piraat VERONICA weinig te doen was door de regering, omdat het schip zich buiten de territoriale wateren ophield, was het helaas zo, dat het REM-eiland met zijn poten op de zeebodem stond, die wèl toegewezen was aan ons land. Daardoor was het leven van TV-Noordzee slechts kort: 4 maanden. Op 1 december 1964 ging de anti-REM wet door de eerste kamer en op 17 december maakte een overval van het leger een einde aan TV-Noordzee. De veldslag was gewonnen door de publieke omroepen en die mochten dus de buit hebben. THE SAINT en THE ADVENTURES OF ROBIN HOOD gingen naar de AVRO, LARAMIE ging naar de VARA, DAS KRIMINALMUSEUM naar de NCRV en BEN CASEY eerst naar de NTS, toen naar de AVRO.

Waarschijnlijk om te laten zien dat de publieke omroep ook kon, wat TV-Noordzee deed, was er begin 1965 plotseling een samenwerking te zien tussen de omroepen. De TV-series  I LOVE LUCY en THE FLINTSTONES werden niet één keer per maand, maar ongeveer één keer per week en door verschillende omroepen uitgezonden, zelfs in de zendtijd van de VPRO.
De Regering had grote problemen met de omroep en voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis viel het kabinet over een cultuurkwestie.

De strijd was nog niet afgelopen, want op 4 november 1964 had de REM al een concessie aangevraagd voor een commerciële zender onder de naam TROS. De Televizier was al sinds 1962 bezig met actie Open Bestel, wat inmiddels een stichting was geworden. En dan was er nog de TVN (Televisie Nederland), die zich op 4 maart 1963 had gepresenteerd. Zij wilden een commerciële zender, waarbij de reclame-exploitatie door de TER zou worden gedaan. Nu sloten deze organisaties de handen ineen.

Inzet van de omroepoorlog werden toen de programmablad gegevens. De vijf publieke omroepen meenden dat Televizier de programmagegevens stal en deponeerden hun klacht in Den Haag. Gevolg was een inval in de kantoren van Televizier op 14-juli-1965. Het hielp allemaal niets en Televizier ging door.

Als we kijken wat er uiteindelijk is gebeurd, dan zou ik wel willen weten waarom de strijd is gestopt. De TROS ging deel uitmaken van het bestel vanaf 2-oktober-1966 en werd een publieke omroep. Reclame kwam er ook, maar gewoon bij de publieke omroep, die - nu ze er beter van werden - plotseling minder bezwaar toonden. De STER, STichting Ether Reclame. begon op 2 januari 1967.

De Televizier zette haar strijd voor een onafhankelijke zender voort met de aktie RTN. RTN kreeg zendtijd, maar wist niet wat ze ermee moest doen. Het blad Televizier werd ook onderuit gehaald.
Het blad was ooit ontstaan uit het idee om een onafhankelijk programmablad te maken voor TV-liefhebbers, die niet wilden kiezen voor een omroep. Dat blad heette TV. Een speciaal omroep-onafhankelijk programmablad werd door de politiek onmogelijk gemaakt en het blad werd toen bijlage in het blad Vizier, een opinie weekblad. Al gauw werd het geïntegreerd tot één blad dat de Televizier werd.
Het blad was inmiddels uitgegroeid tot een eersteklas programmablad en toen het doek leek te vallen werd er voor samenwerking met de AVRO gekozen, de enige omroep die ooit uit idealisme was opgericht. De zendtijd van de RTN werd ook door de AVRO ingevuld. Daarmee werd de AVRO meteen de grootste omroep van Nederland.

... wordt vervolgd.

Up