| |
DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND
oorspronkelijk gidsteksten.
De teksten en foto's zijn overgenomen uit
STUDIO, de RTV-gids van de KRO
* met dank aan de KRO *
Deel 1 - 16 januari 1978, 20.25 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
Het is april 1914. De jonge kapelaan
Erik Odekerke is op weg naar zijn nieuwe parochie, het Limburgse
landbouwdorpje Geleen. Hij is jong, onervaren, verschrikkelijk onhandig,
maar bezield van de beste bedoelingen. Op zijn met bagage volgesjorde
fiets rijdt hij de heuvel af, ziet in de verte het dorp liggen, krijgt
een lekke band, slipt en valt.
"Verdomme", zegt hij en krijgt ogenblikkelijk een schrobbering
van zijn engelbewaarder.
Kapelaan Odekerke zal in deze achtdelige serie nog vaak vallen en, soms
met bovenmenselijke inspanning, weer overeind krabbelen.
Zijn pastoor is een konservatieve, Frans georiënteerde aristokraat die
vindt dat de herder zich uitsluitend op geestelijk gebied met de kudde
moet bemoeien en de maatschappelijke kant moet overlaten aan zijn
kapelaan, de herdershond. Erik Oderkerke krijgt al meteen te maken met
alle tegenstellingen in deze gemeenschap. Met de schatrijke boer Nicolaas
Bonte, diens vrouw en zeven zonen, met bierbrouwer Van der Schoor en
zijn dochter Miete, maar ook met de schrijnende armoede en werkeloosheid.Onwennig en verlegen tast hij rond in deze bekende omgeving, heeft |
|
Jo de Meyere in de rol van Erik Odekerke |
kleine ruzietjes met zijn engelbewaarder, die hem op de meest ongelegen
momenten spottend berispt, begint zijn ervaringen in een dagboek neer te
schrijven en vindt ondanks alle kleine ongelukjes en teleurstellingen
een vriend voor het leven in een onbehouwen, vrolijke kapelaan uit een
naburig dorp |
Deel 2 - 23 januari 1978, 20.25 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
Jo de Meyere als Erik Odekerke |
De meningenover de nieuwe kapelaan zijn al gauw
verdeeld. Het dochtertje van de werkeloze steenbakker Eussen is hem
komen roepen, omdat haar moeder op sterven ligt. |
|
Met het kind achterop
en Ons Heer aan zijn borst is hij erheen gefietst. In de herberg
"De Keizer" wordt daar aan de
stamtafel schande over gesproken: "Ons Heer op een
damesfiets". Vooral Meester
Bongaerts heeft bezwaren tegen de kapelaan, want tijdens de
katechismusles zat de hele klas te blaffen, omdat hij zich een
herdershond noemde. Maar tijdens zijn eerste zondagse preek blijkt dat
kapelaan Odekerke heel wat meer kan dan blaffen en zijn woorden over
respekt en wederzijds vertrouwen maken indruk.
Die dag begint de grote voorjaars- kermis en als de kapelaan zich
schuchter op het kermisterrein waagt, wordt hij van alle kanten
toegejuicht, krijgt een taaipop cadeau, mag gratis op de kop van Jut
slaan en schieten in de schiettent en maakt onverwacht kennis met Miete,
de dochter van de bierbrouwer, die hem uitnodigt voor het avondeten. Na
een bezoek aan de draaimolen gaat hij enigszins misselijk koffie drinken
bij Bonte, luistert naar diens sterke verhalen en laat zich met tegenzin
vele malen van de Limburgse bottel Elske voorzien ... |
Deel 3 - 30 januari 1978, 20.25 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
Kapelaan Odelerke begint zich dan
misschien wel thuis te voelen in zijn nieuwe parochie, de dorpelingen
kijken soms toch nog wel vreemd op van zijn gedrag. En de jonge kapelaan
heeft dan ook al heel wat misprijzende opmerkingen gehoord, van
schoolmeester Bongaerts vooral, maar ook van jonker Renet. Pastoor
Bonhomme heeft al meermalenzijn wenkbrauwen gefronst als hij kapelaan
Odekerke aan de gang zag.
Ook de muzikale prestaties van de kapelaan vindt pastoor Bonhomme maar
niets. Toch krijgt Erik opdracht om het vokale gehalte van het kerkkoor
op een hoger peil te brengen.
Maar er vinden belangrijker dingen in en rond het dorp plaats. Tijdens |
|
een gesprek met Slotmarieke hoort
Erik Odekerke voor het eerst dat er grote veranderingen op komst zijn.
"De landmeters zijn al drie keer geweest". weet Slotmarieke te
vertellen, en in gedachten ziet zij het eventuele antraciet dat vanonder
haar huisje naar boven gehaald zal worden al omgezet in goud voor
haarzelf. Niet iedereen echter is zo blij
met de komst van de steenkoolmijnen. De rijke boer Bonte, die De Mens
wordt genoemd, profeteert "in dit dorp geen steenkool zolang 'de
mans' leeft"., als Erik Odekerke en zijn vriend kapelaan Lumens bij
hem op bezoek zijn. Maar of hij in staat is om de komst van de mijnen
tegen te houden ? |
Deel 4 - 6 februari 1978, 20.25 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
Met vallen en opstaan leert Erik
Oderkerke de eigenaardigheden van het dorp kennen en zich aan te passen.
De ene keer gekweld door hoofdpijn, veroorzaakt door een hartelijk
onthaal bij bierbrouwerVan der Schoor, de andere keer door hoofdbrekens
omdat zijn gedachten misschien wel erg veel in beslag worden genomen
door de mooie brouwersdochter Miete. Zij kwam op een late avond haar
nood klagen bij de kapelaan, omdat de brouwerij financieel niet meer te
redden scheen. Haar vader Severinus van der Schoor was het slachtoffer
geworden van de woekeraar, de dorpsnotaris Persoon.
Erik Odekerke was heilig verontwaardigd en diep
medelijden met de arme Miete bracht hem ertoe de notaris zelf op te
zoeken. Notaris Persoon beledigde de kapelaan tot in het diepst van zijn
ziel en Odekerke moest troost en raad zoeken bij zijn vriend Paulus
Lumens, de vrolijke kapelaan uit het naburige dorp. Samen besloten ze de
hulp in te roepen van de rijke boer Nicolaas Bonte, die in de
brouwersdochter Miete bij nader inzien wel een goede partij zag
|
|
Bruni Heinke als Miete van der Schoor. |
voor zijn zoon Louis.
Maar Erik Odekerke heeft zich intussen wel in opspraak gebracht. In de
pastorie wordt onrust gezaaid door de vrouw van schoolmeester Bongaerts,
die haar giftige roddel spuit tegen de huishoudster Cathrien: "Boer
Vonckenkwam een paar dagen geleden midden in de nacht de kapelaan tegen
met Miete van der Schoor, en in wat voor houding ....". |
extra info:
Deel 4 werd de volgende ochtend herhaald op ned. 1. De gids vermeld de week
daarop:
" De televisieserie 'Dagboek van een
herdershond' heeft een grote kijkdichtheid. In Limburg is de belangstelling
ervoor zo groot, dat op vele plaatsen zelfs wekelijkse kienavonden, die op
maandag zijn geprogrammeerd en waaraan, naar men ons verzekerde, eigenlijk nooit
getornd mag worden, nu worden afgelast omdat men niets wil missen van de
belevenissen van kapelaan Odekerke. Alleen de viering van karnaval bleek
belangrijker. De KRO die hiervoor alle begrip kon opbrengen, heeft de
karnavalvierders de gelegenheid geboden om de uitzending van maandag 6 februari
die zij moesten missen, toch te bekijken op dinsdagochtend 7 februari. Daarvan
is dankbaar gebruik gemaakt."
Deel 5 - 13 februari 1978, 20.25 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
Erik Odekerke heeft het niet
makkelijk als jonge kapelaan. Zijn parochie schijnt geregeerd te worden
door tegenstellingen tussen arm en rijk en niet te vergeten door de
roddel.
Hij probeert de vele klippen wat onhandig te omzeilen, maar vaak -
helaas - met weinig resultaat. Zijn bemoeienissen met het financiële
wanbeleid van brouwer van der Schoor worden door een aantal bewoners van
het dorp negatief uitgelegd en de vrouw van schoolmeester Bongaerts
schijnt zich geroepen te voelen juist dat vuurtje wat op te porren.
Toch moet de echte konfrontatie met de problemen nog komen. |
|
Odekerke zal aan den lijve
ondervinden dat hij uiteindelijk tegen al het venijn dat achter zijn rug
wordt uitgespuugd niet meer bestand is. De aanloop tot zijn letterlijke
knieval wordt genomen als hij bezoek krijgt van een zekere Palmen. De
man is administrateur van "Ons Limburg" en van de NV
"Tijdig", een grondmaatschappij die probeert door tijdig grond
te kopen spekulaties van anderen tegen te gaan.
De bedoeling van Palmen is om Erik Odekerke voor dit plan te winnen en
hem zover te krijgen dat hij de plannen van de grondmaatschappij onder
zijn gelovigen propageert. |
Deel 6 - 20 februari 1978, 20.25 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
"Ik ben de oerouwe, wijze
kapelaan", schrijft Erik Odekerke in zijn dagboek als hij een jaar
in zijn parochie heeft gewerkt. "die de dood recht in de ogen heeft
gezien. Een mager bleekgezicht..." En: "Miete is mythologie
geworden, een schone schim aan wie ik nimmer zal verwijten dat zij een
kwellende bekoring werd ..."
In dat jaar zijn Frankrijk en Duitsland, Rusland, Oostenrijk en België,
volop in oorlog geraakt en in het Nederlandse Limburg zit het vol met
Belgische vluchtelingen en geïnterneerden. Terwijl Erik Odekerke zich
verliest in overpeinzingen wordt hij verrast door onverwacht en onbekend
bezoek. |
|
De bezoeker stelt zich voor als Johan
de Hertog, mijnbouwkundig ingenieur. Hij is met zijn auto geslipt en in
de berm van de weg terechtgekomen.
Erik Odekerke stelt voor hulp te halen en komt
terecht bij Miete. Het blijkt onmiddellijk dat de kapelaan en de
ingenieur uitstekend met elkaar overweg kunnen. Zo goed zelfs dat Erik
aanbiedt maar te blijven logeren. Ook de huishoudster van Odekerke is
daar zeer mee in haar schik. In een gesprek met de vrouw van meester
Bongaerts verbergt ze haar ingenomenheid niet. Ze belooft zelfs bij de
ingenieur een goed woordje te doen voor zoon René.
|
Deel 7 - 27 februari 1978, 20.25 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
"René Bongaerts is een
moordenaar... en ik heb hem laten gaan." schrijft kapelaan Erik
Odekerke, beladen met schuldgevoelens, in zijn dagboek. Erik had ooit
gehoopt dat dat dagboek een verslag zou worden van de vruchtbare
pastorale arbeid in een vredige, landelijke parochie.Maar nu, na drie
jaar, is hij er meer dan ooit van overtuigd dat het niet méér is dan
het jammerlijk relaas van een hondeleven.
Dat Erik Odekerke de moordenaar heeft laten gaan, betekent maar een kort
uitstel, want tijdens de rouwdienst voor Bertus Slangen wordt René
gearresteerd.
Severinus van der Schoor is intussen weer bij boer Bonte uitgenodigd.
Vooral de vrouw van Nicolaas Bonte wil eindelijk wel eens weten hoe het
nou zit met Miete van der Schoor en haar zoon Louis. Van der Schoor
wordt min of meer uit zijn tent gelokt en laat vagelijk blijken dat er
al het een en ander in het spel is ...
|
|
Bonhomme met kapelaan Paulus Lumens
een gesprek "van vertrouwelijke aard".
En Miete belt bij de pastorie aan om uitzicht te krijgen op een probleem
waarvoor zij zelf geen oplossing weet. |
Deel 8 - 6 maart 1978, 20.25 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
De dag waarop pastoor
Bonhomme zijn veertigjarig priesterjubileum vierde, begon feestelijk
maar eindigde rampzalig. Terwijl het dorp uitliep om de pastoor de eer
te bewijzen die hem toekwam, werd René Bongaerts uit de gevangenis
ontslagen. Een René Bongaerts die vergiftigd door gedachten vol haat en
wrok, maar één doel voor ogen had.
Terwijl de parochianen zich verloren in feestgewoel, en Erik Odekerke
uit de mond van Eussen vernam dat René weer vrij was, stichtte deze
brand in de boerderij van Bonte. En nu, terwijl het halve dorp druk in
de weer is om bij |
|
Bonte nog te redden wat
er te redden valt, ontmoet Erik Odekerke de brandstichter, die met geen
ander doel te zijn gekomen dan de kapelaan te beledigen en te kwetsen.
Maar in het dorp wordt het steeds duidelijker dat de brand is
aangestoken en wie de dader naar alle waarschijnlijkheid is.
Voor Louis, de zoon van boer Bonte, bestaat geen
enkele twijfel meer als Odekerke hem vertelt dat René Bongaerts nog
geen dag geleden uit de gevangenis is ontslagen.
En van kapelaan Erik Odekerke, de herdershond, wordt in de komende
moeilijke uren nog heel wat geëist. |
|
EINDE VAN DE EERSTE SERIE.
Deel 9 - 4 december 1979, 20.27 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
Kapelaan Erik Odekerke en pastoor Paulus
Lumens. |
|
We schrijven 1919, als deel 9 van
"Dagboek van een herdershond" begint, het eerste deel van de
nieuwe serie die Willy van Hemert schreef. Over het kleine Limburgse
mijndorp waar Erik Odekerke kapelaan is, valt wel een en ander aan
nieuws te melden. Na de fatale boerderijbrand gaat boer Bonte een winkel
in comestibles beginnen. Terwijl de laatste hand aan de inrichting wordt
gelegd, dient zich een nieuwe figuur aan: Klaasje Weenink, een
onbekommerd meisje aan wiens wilde ideeën het dorp bepaald niet
gewend is.
Intussen wordt geprobeerd een Rooms Katholieke Mijnwerkersbond |
|
van de grond te krijgen, als
tegenwicht tegen de socialisten.
En klompenmaker Goswinus Slangen is bij de gemeentereiniging gaan werken
en verzamelt van alles en nog wat voor "zijn museum".
Miete, die met mijningenieur Den Hertog getrouwd is, verwacht haar
eerste kind, maar vraagt zich tegelijk af wat er aan de hand is met haar
man en zijn sekretaresse Tineke de Waal.
Aan het slot van deze aflevering gaan kapelaan Odekerke en de tot
pastoor gepromoveerde Paulus Lumens op bezoek bij vrouw Bonte. En daar
worden ze gekonfronteerd met een vreselijke gebeurtenis. |
Deel 10 - 11 december 1979, 20.27 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
In deel 10 van
“Dagboek van een herdershond” is Slotmarieke gaan inwonen bij
Goswinus Slangen, omdat haar huis is opgekocht door een direkteur van
Staatsmijnen. Een protestant nog wel. Kapelaan Odekerke juicht die
inwoning toe, maar als hij alles geweten had …
Louis Bonte wil weg bij bierbrouwer Van der
Schoor en wil terug naar huis. Maar Dorus Bonte, die nu met zijn moeder
de comestibleszaak leidt, wil daar niets van weten. “Hij komt op de
buit af”, verwacht Dorus. Hij maakt zich ook zorgen over de mijnen. De
hoge heren in de leiding zijn allemaal protestant. “De Limburgers
worden allemaal koelies. Na de Oostindische Compagnie nu de
Zuidlimburgse Compagnie”.
Het dorp (Geleen) staan grote veranderingen te
wachten. Binnen tien jaar moeten er 10.000 inwoners bij komen. Er moet
reklame gemaakt worden voor de katholieke zaak, bijvoorbeeld voor een
goede r.-k.
|
|
standsorganisatie en voor de pas
opgerichte Volkskrant.
De
terugkeer van Louis Bonte brengt grote spanning teweeg, waarbij Dorus
Bonte ruzie krijgt met zijn moeder èn met kapelaan Odekerke.Aan de
andere kant ontstaat er vriendschap tussen Dorus en Klaasje Weenink. Een
vriendschap die overigens niet zonder problemen is.
|
* De volkskrant werd in 1921 opgericht.
Deel 11 - 18 december 1979, 20.27 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
Het is sinterklaastijd.
In de kapelaanswoning wordt geprobeerd Goswinus Slangen om te vormen tot
een aanvaardbare Sint. Het gaat moeilijk, zeker als Lambert Bonte ziek
blijkt te zijn: hij zou Zwarte Piet spelen. Kapelaan Odekerke brengt
redding, maar niet iedereen kan dat waarderen.
Voor vrouw Bonte zijn dit moeilijke dagen: de eerste Kerstmis zonder
haar man, èn een slechtlopende comestibleszaak.
Terwijl kapelaan Odekerke en bierbrouwer Van der Schoor diskussiëren
over de vakbondsaktiviteiten van de kapelaan, over Miete en haar man De
Hertog en over de Hertogs relatie met |
|
zijn sekretaresse, vindt
er in huize De Hertog een blijde gebeurtenis plaats.
Pastoor Lumens en meester Bongaerts gaan naar de
oude pastoor Bonhomme om advies. Zij pleiten voor een tweede kapelaan,
naast Erik Odekerke. Bonhomme weet iemand, “een angstaanjagend
individu”: kapelaan Van den Brande. “God moet toen hij deze mens
schiep, zijn dag niet hebben gehad”, zegt Bonhomme nog.
En natuurlijk, Erik Odekerke is diep gekwetst,
dat er zonodig een man bij moet komen, waar nota bene zijn vrienden voor
hebben gezorgd.
|
Deel 12 - 25 december 1979, 20.27 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
In
deel 12 van “Dagboek van een herdershond” gaat Klaasje Weenink als
hulp bij vrouw Bonte weg. De eenzame en bange Klaasje klopt aan bij
pastoor Lumens. Deze gaat met haar naar haar ouderlijk huis. Maar na een
gesprek tussen vader Weenink en de pastoor vindt daar een tragische
gebeurtenis plaats.
Vrouw Bonte gaat haar nood klagen bij Severinus van der Schoor: over
haar kinderen, over haar winkel. Ineens komt daar haar zoon Dorus op de
proppen, die al meteen in een twistgesprek met Van der Schoor raakt.
Even later moet Van der Schoor ook vernemen, dat Miete en De Hertog uit
zijn huis weggaan en zelf een huis willen kopen.
|
|
Erik Oderkerke gaat eens
praten bij kapelaan Van den Brande, die zijn kollega zou moeten worden.
Maar deze blijkt weinig te voelen voor een benoeming in zo’n
“boerendorp”.
|
Deel 13 - 8 januari 1980, 20.27 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
In
deel 13 van “Dagboek van een herdershond” brengt kapelaan Odekerke
een bezoek aan het “museum” van de oude Goswinus Slangen, d.w.z. de
oude klompenmakerij die vol oude spullen ligt. Hij breekt zijn benen
bijna over de kapotte vogelkooien , kinderstoelen en heiligenbeelden. De
kapelaan schrikt hevig als hij hoort hoe Goswinus en Slotmarieke
samenleven.
Maar zijn engelbewaarder spreekt hem vermanend toe en wijst hem op
belangrijker zaken, zoals de verhouding tussen De Hertog en zijn
sekretaresse, de gezondheid van tante Dora, de toestand van Klaasje
Weenink, de slechtlopende
|
|
winkel van Bonte, de
vereenzaming van Severinus van der Schoor.
De Geleense parochie wordt inmiddels gekonfronteerd met de eerste preek
van de nieuwe kapelaan Van den Brande. Niet iedereen is erg gelukkig met
zijn stijl. “De aansteller. Alsof hij in de kroeg stond”.
Vrouw Bonte dreigen de zorgen teveel te worden. Ze bedenkt een plan om
uit de financiële problemen te komen èn de steeds zwakker wordende
Klaasje Weenink te helpen; een plan waar haar zoon Louis geen goed woord
voor over heeft. |
|
Deel 14 - 15 januari 1980, 20.27 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
Vanavond zien we in
“Dagboek van een herdershond” dat het met de gezondheid van
Slotmarieke bergafwaarts gaat. Daarentegen gaat het met Klaasje Weenink
wat beter. Haar Dorus, Dorus Bonte, overweegt de slecht lopende
comestibleszaak te verlaten en te gaan werken bij de mijn die zijn vader
zaliger zo vervloekte.
In café “De Keizer” is een samenkomst belegd van katholieke
arbeiders. Gespreksonderwerp: “De jonge werknemer”. De zaal is
afgeladen. Er ontstaat een gespannen situatie, onder meer als Dorus
Bonte felle verwijten de zaal ingooit.
|
|
Dokter Aalberse vindt intussen de situatie van Slotmarieke zó slecht
dat ze moet worden opgenomen in het ziekenhuis. Maar Goswinus Slangen
weigert daarvoor zijn toestemming!
Een hard besluit: de familie Bonte verkoopt de winkel aan de Coöperatie.
Vrouw Bonte en Dorus en Klaasje Weenink trekken naar Severinus van der
Schoor, die een deel van zijn huis had aangeboden.
En als iedereen naar de toneelavond is getogen, komt de belangrijke
boodschap: de eerste steenkool is uit de Maurits-mijn naar boven
gehaald!
|
Deel 15 - 22 januari 1980, 20.27 ned 2
Dagboek van een
herdershond |
In deel 15 van
“Dagboek van een herdershond” maken we een vergadering mee ten huize
van pastoor Lumens. Daar zijn aanwezig de kapelaans Odekerke en Van den
Brande, dokter Aalberse en de veldwachter. De vergadering is belegd uit
ongerustheid over het gedrag van Goswinus Slangen.
De slimme kapelaan Van den Brande heeft ontdekt wat er zich allemaal in
en om zijn huisje afspeelt. En dat kán niet, vindt men.Katrien, de
pastoors-huishoudster, en meester Bongaerts staan aan de vooravond van
hun huwelijk. Katrien heeft dan een |
|
ernstig onderhoud met
Angèle, de voormalige huishoudster van pastoor Bonhomme. Angèle bekent
dat ze jarenlang een groot geheim verborgen heeft gehouden.
|
Deel 16 - 29 januari 1980, 20.27 ned 2
Dagboek van een
herdershond (slot) |
Het laatste deel van
“Dagboek van een herdershond” betekent het afscheid van kapelaan
Odekerke van Geleen. Hij is benoemd tot aalmoezenier van Sociale Werken
in Roermond en wordt als kapelaan opgevolgd door Peter Bonte, die tot
priester is gewijd. Er zijn nog meer veranderingen: Severinus van der
Schoor geeft de leiding van bierbrouwerij Lindenheuvel over aan Louis
Bonte.
Tijdens de viering van het eeuwfeest van de brouwerij wordt ir. De
Hertog weggeroepen: een ongeluk in de mijn.
Twintig man zitten opgesloten, onder wie Dorus Bonte, die een
gewond mijnpaard niet in de steek wil laten. Dat paard is vroeger van
zijn vader, De Mens, geweest. |
|
De reddingsploegen komen
niet voor iedereen op tijd….
Angèle, vroeger huishoudster van pastoor
Bonhomme, vertelt kapelaan Odekerke haar opzienbarend verhaal. Dorus
Bonte meldt zijn moeder dat hij werk en huis verlaat en met Klaasje
wegtrekt. Verdriet bij vrouw Bonte. Maar
vreugde in katholiek Geleen als de katholieke omroep, de KRO, met zijn
uitzendingen begint.
Voor Erik Oderkerke is het einde gekomen als herdershond van zijn
parochie. Een stampvolle kerk luistert naar zijn afscheidspreek. En
Odekerke vertrekt zoals hij gekomen was: op de fiets.
|
|