| TV-tunes In 1968 had Jeannie C. Riley een hit met het nummer
"Harper Valley P.T.A.". De PTA in Amerika is voortgekomen uit het
"National Congress of Mothers", opgericht in 1897 door drie vrouwen
die gedreven werden om een mooiere wereld voor kinderen te maken. Het motto van
de PTA (Parents and Teachers
Association) is dan ook: "Children First". The tune van I DREAM OF JEANNIE is nooit een hit geweest, maar het was goed genoeg voor Will Smith om te gebruiken in het nummer "Girls ain't nothing but trouble". Toen Will Smith later zijn eigen serie THE FRESH PRINCE OF BELAIR kreeg, componeerde hij daar zelf de tune voor. Een
TV-serie gebaseerd op een liedje komt niet veel voor, maar dat was ook het geval
met THE ALVIN SHOW. In 1958 bracht David Seville "The Chipmunk Song"
uit, een grappig liedje, waarbij met de opnamesnelheid van de band was
gestoeid, zodat de stemmetjes bij normale weergave hoog klonken. Voor David Seville was dit de tweede
plaat waar hij dit effect had gebruik, want de eerste was "The Witch
Doctor", die onlangs nog een hit was voor The Toons (oe-ie-oe-aa-aa ting-teng
walla-walla-bing-beng....). Voorlopig zijn dit de enige twee series waarbij een hitsong leidde tot een TV-serie, maar het is regelmatig andersom het geval geweest en diverse openingtunes van series hebben de hitparade gehaald. Laten we beginnen met DRAGNET. Het beroemde thema (dam-di-dam-dam) werd in 1949 gecomponeerd door Walter Schuman voor de radioserie Dragnet. In 1951 bracht Jack Webb zijn radioserie naar de televisie, waarmee het een voorbeeld zou worden voor elke politieserie die zou volgen. In 1953 zette Ray Anthony met zijn Big Band het thema op de plaat en kreeg daarmee een top-10 hit: de eerste televisietune dat de hitparade (Billboard) zou halen. Het nummer bereikte de derde positie. Walter Schuman was de eerste componist die een EMMY-award ontving voor muziek in een TV-serie. In die tijd was het niet zo gebruikelijk dat er speciaal gecomponeerd werd voor TV-series. Meestal werd geput uit zogenaamde library-muziek of zelfs klassieke muziek. Het bleek al gauw dat de invloed van televisie zo groot was, dat een thema uit Giochinno Rossini's opera Willem Tell niet meer als zodanig zou worden herkend, maar als de tune van THE LONE RANGER. De beroemde tune van ALFRED HITCHCOCK PRESENTS... leende Hitchcock van Charles Gounod en staat bekend als "Funeral March of a Marionette". Hitchcock zelf had de muziek gehoord bij de vertoning van een film uit 1927 ("Sunrise"). Componist Dave Kahn arrangeerde het voor Hitchcock's TV-serie. Maar ook vele jaren later zou nog regelmatig worden teruggevallen op klassieke muziek, denk maar aan THE ONEDIN LINE. Als je het beroemde thema van Katchaturian hoort, dan zie je als het ware al de open zee, de majestueuze zeilschepen en ruik je het zilte nat. In werkelijkheid heeft de muziek helemaal niets met de zee te maken. Het is een liefdesthema uit het ballet Spartacus. Juist liefhebbers van klassieke muziek vinden daarom het gebruik van "hun" muziek niet prettig, omdat het gevoel dat je bij de muziek zou moeten hebben wordt aangetast. In Nederland werd voor DE
KLEINE ZIELEN (1969) een compositie boven water gehaald van de Nederlandse
componist Alexander Voormolen: Concert voor hobo en orkest. Er bestonden wel
opnames, maar voor de serie werd de compositie speciaal uitgevoerd door het
Omroeporkest met Henk Spruit als dirigent en Cor Coppens als hobosolist. In
Nederland was in 1963 de TV-serie MEMORANDUM VAN EEN DOKTER van start gegaan.
Het was een succesvolle serie dat 4 jaar liep en waarvoor de muziek werd
gebruikt van Pietro Antonio Locatelli. In Amerika was Walt Disney druk met het maken van prachtige films voor zijn TV-serie DISNEYLAND, waarvoor speciaal muziek werd gecomponeerd. Voor een driedelige aflevering over Davy Crockett werd een speciale tune gemaakt door George Bruns. Hij schreef in twee uur "The Ballad of Davy Crockett". Begin 1955 werd dit lied door Bill Hayes opgenomen en zo goed verkocht dat het 5 weken op de eerste plaats bleef staan. Davy Crockett werd gespeeld door Fess Parker, die één van de twintig artiesten was die het nummer ook opnam. Beide uitvoeringen worden nog wel eens gedraaid. In
Engeland bereikte in 1955 de tune van de TV-serie THE
ADVENTURES OF ROBIN HOOD de top-20, nog vóórdat de serie op het Engelse
scherm te zien was. Het nummer is geschreven door Dick James, die het ook op
de plaat opnam onder leiding van George Martin. De plaat werd een millionseller en bereikte
uiteindelijk de 9e plaats op de Engelse hitparade. Aan de Amerikaanse kant van de oceaan stond in 1957 een andere vrijheidsstrijder op: ZORRO. Het was een Disney-produktie en ook nu weer tekende George Bruns voor de herkenningsmelodie. Een mannenkoor zong de tune, maar de dikke "sergeant Garcia", Henry Calvin, nam het nummer ook op. Het werd een hit, maar dan in de uitvoering van The Chordettes, die het in 1958 naar de 17e plaats van de Billboard hitparade zongen. De versie van Henry Calvin werd ook uitgegeven door Disney, die het samen met de orginele tune op een EP liet persen. Regelmatig
zouden TV-tunes de hitladder bestijgen, maar zoals je al zag: niet altijd in de orginele
uitvoering. Zo werd de tune van DRAGNET in ons land bekend gemaakt door het orkest van Ted
Heath. En in Amerika was het een hit voor de Big Band van Ray Anthony. Het
orgineel werd echter gespeeld door een studio-orkest o.l.v. Nathan Scott.
De tekst van Blake Edwards op de hoes van de LP "The Music from Peter
Gunn":
Mancini bracht een jaar
later, in 1959, een tweede LP uit: "More music from Peter Gunn", maar
begon dat jaar ook te schrijven voor nog een Blake Edwards TV-serie: MR.
LUCKY. Ook
hier schreef Henry Mancini weer mooie muziek voor. De LP "The Music from
Mr. Lucky" schoot omhoog in de Billboard lijsten, bereikte de 2e plaats en
leverde wederom 2 Grammy Awards op. Het seizoen 1959-1960 moet behoorlijk druk
voor Mancini zijn geweest, want hij moest twee series per week van muziek
voorzien. Toch was er plaats voor nog een Mr. Lucky LP: "Mr. Lucky goes
Latin". |